Het herontwerpen van een onveilige til situatie is effectiever dan een tilcursus! Dat is met een simpel rekensommetje uit te leggen:
Kijk maar:
Je kan je ruggengraat zien als het kantelpunt van een hefboom, met aan de ene kant het til object en aan de andere kant je rugspieren. Ideaal zou nu zijn dat rugspieren en til object beiden even ver van het kantelpunt af zouden zitten, dan is namelijk de kracht die je rugspieren moeten leveren gelijk aan het gewicht dat je moet tillen. Als dit nu een standaard stoeptegel zou zijn, dan is dit zo’n tien kilo.
Hefboom
Helaas zitten onze rugspieren nogal dicht tegen de ruggengraat aan, laten we zeggen gemiddeld ongeveer 5 centimeter van het kantelpunt af. Het til object zit dus altijd verder weg, ongeveer 25 cm als je een platte buik hebt;-) Bij een minder platte buik, of omdat de stoeptegel ergens heen moet, zal de afstand al snel groter zijn. 50 centimeter afstand is vrij normaal. Dat is tien keer verder dan je rugspieren zitten, en de rugspieren zullen dus tien keer meer kracht moeten leveren om de boel in evenwicht te houden. Voor de rug spieren weegt de stoeptegel dan dus 100 kilo! Zijn we er dan? Eigenlijk niet, want op de ruggengraat komt dus zowel de kracht van de rugspieren als de kracht van het ding dat je wilt tillen, samen 200 kilo! Veilig tillen wordt dan erg lastig, ook al heb je een goede techniek!
Voor veilig tillen is het herontwerpen van een onveilige situatie dus vaak veel effectiever dan een til training.
Meten is weten
Een regel als ‘je mag niet meer dan 25 kilo tillen’ is zo al snel voor discussie vatbaar. Gelukkig zijn er tegenwoordig goede meetmethodes voor fysieke belasting, zoals de NIOSH, om te kunnen bepalen of een til object in een bepaalde situatie veilig is om te tillen. Een ergonomische analyse kan hier uitsluitsel over geven, daarnaast is een herontwerp van de onveilige situatie nodig en overigens ook verplicht. Neem vooral contact op, dan gaan we er samen eens naar kijken!